
Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Artikel 2.3 Leeftijd
1
Op tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 3 kan aanspraak bestaan tot de maand volgend op het kwartaal waarin de leerling de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt.
2
Op tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 4 kan aanspraak bestaan met ingang van de eerste dag van het kwartaal volgend op het kwartaal waarin de leerling de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt tot en met de maand waarin hij de leeftijd van 30 jaren heeft bereikt.
3
Op tegemoetkoming ingevolge afdeling 5.1 bestaat aanspraak ongeacht de leeftijd.
4
Op tegemoetkoming ingevolge afdeling 5.2 kan aanspraak bestaan met ingang van de eerste dag van het kwartaal volgend op het kwartaal waarin de leerling de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.